Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [56]Het blijve op het hoofd van Joab, en op het ganse huis zijns vaders; en er worde van het huis van Joab niet [57]afgesneden, die een [58]vloed hebbe, en melaats zij, en zich [59]aan den stok houde, en door het zwaard valle, en broodsgebrek hebbe! 56. Te weten, bloed; zie Richt.9:24. 57. Dat is, er zij in Joabs huis altijd iemand, die deze plagen of enige van die onderworpen is. 58. Zie Lev.15:2, enz. 59. Dat is, die ongezond, zwak, machteloos of lam is.